1. RPSW
  2. /

RPSW jubileumcongres “Zorgen voor morgen” op zaterdag 25 mei 2024

21 september 2023 Bijgewerkt op 8 april 2024

Op zaterdag 25 mei 2024 vieren wij vanaf 10.30 uur ons koperen jubileum met een congres in Het Huis van Waalre.

Het thema van het congres is “Zorgen voor morgen: zorg in ouderinitiatieven”.

We stellen aan de orde hoe wij de zorg betaalbaar en goed kunnen houden.

Wat zijn de kansen en bedreigingen voor ouderinitiatieven?

We bespreken hoe wij de zorg anders kunnen organiseren om over te kunnen gaan naar een toekomstbestendige zorg voor onze bewoners. We moeten zorgen dat bewoners de juiste zorg krijgen.

Waarom doen wij dit? De stijging van de zorgkosten (salarisstijgingen, veroudering bevolking) en structurele schaarste op de arbeidsmarkt nopen tot een fundamenteel andere manier van werken om de zorg toegankelijk en betaalbaar te houden zonder (grote) afbreuk te doen aan de kwaliteit van de zorg.

Ouderinitiatieven zijn bij uitstek voorbeelden van vernieuwing in de zorg (regie bij ouders i.p.v. bij zorgorganisatie, scheiden wonen en zorg, roostering die past bij bewoners en hun daginvulling, korte lijntjes met zorgmedewerkers, faciliteren van de zorgmedewerkers). Welke stappen zijn verder nodig? Past de wens “om vanuit het netwerk te werken in plaats van werken vanuit de driehoek”? Meer/andere inzet van ouders en vrijwilligers? Grotere zelfstandigheid van bewoners? Inzet van technologie?

Wat speelt er?

  1. Het transitieakkoord naar een toekomstbestendige gehandicaptenzorg,
  2. De adviezen van de Raad voor Volksgezondheid en Samenleving(RVS) “Anders leven en zorgen” en “Met de stroom mee”,
  3. Bestuurlijke afspraken om de toegang tot de Wlz voor mensen met een ggz indicatie te beperken.
  4. Werkagenda (toekomstbestendig maken van de) langdurige zorg van Zorginstituut Nederland, NZa, CAK en CIZ
  5. De gewenste verschuiving van Wlz naar Wmo zorg.
  6. VN verdrag Handicap en de Nationale strategie van de implementatie van het VN verdrag rond de positie van mensen met een beperking.

Enkele citaten:

Ad 1: In het transitieakkoord staan voor 2025 onder meer de volgende ambities:

dat meer cliënten in de Wlz zijn omgezet naar een lagere indicatie of doorgestroomd zijn naar een passende plek buiten de WIz. Bijvoorbeeld in de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo].

dat alle zorgaanbieders de inzet van het eigen netwerk in de persoonlijke zorg aantoonbaar faciliteren. Hiervoor worden nieuwe arrangementen ontwikkeld,…..waarbij het netwerk, in samenhang met professionals, onderdeel wordt van het primaire proces van zorg en ondersteuning

dat alle cliënten voor wie dit passend is, zo zelfstandig mogelijk wonen en daar [ambulante] zorg ontvangen. Hierbij ligt de focus met name op de cliënten in de laagste ZZP’s in zowel de VG [sector verstandelijk gehandicapt)als de LG [sector lichamelijk gehandicapt) en de ZG [sector zintuiglijk gehandicapt)”

“dat een groter deel van de hulpvraag van cliënten uitgevoerd wordt door het eigen netwerk van de cliënt, waardoor zorgprofessionals ingezet kunnen worden op die plekken waar dat het meest nodig is.

zie ook het interview met twee zorgbestuurders over de praktijk: ‘Er zal onderscheid moeten komen voor de lichtere zorgvragen’ – Skipr

Ad 2 Uit het advies “Anders leven en zorgen, naar een gelijkwaardig samenspel tussen naasten, vrijwilligers en beroepskrachten”:

Ouderinitiatieven zijn met name interessant, omdat ze een individuele regeling (het pgb) opnieuw collectief maken om als groep informele zorgverleners meer greep te krijgen op de formele zorgverlening.

Het expliciete onderscheid tussen professionele en niet-professionele zorg is zwart-wit en doet geen recht aan de ecologie van soorten zorg die zijn ontstaan en staat bovendien een goede samenwerking in de weg. Systeemwereld in plaats van de realiteit.”

Zodra iemand met een hulpvraag komt, is het belangrijk dat beroepskrachten een verbintenis aangaan met het netwerk van de hulpvrager (en niet alleen met het individu). Als beroepskrachten van meet af aan een team vormen met naasten en vrijwilligers, kunnen zij de hulpvraag als een gezamenlijke opdracht beschouwen. Eenieder neemt een verantwoordelijkheid in de zorg op zich, vanuit andere rollen. Het bewustzijn groeit dat radicale veranderingen nodig zijn. Daar horen dan wel maatregelen bij die mensen ook echt in staat stellen om anders te leven en anders te zorgen.”

Het is zaak om de krachten van formele en infor­mele zorg op gelijke voet te gaan bundelen, zodat het meest wenselijke scenario kan ontstaan: dat zorgverlening onder prettige condities kan plaatsvinden én dat mensen met een langdurige hulpvraag de zorg kunnen blijven ontvangen die zij nodig hebben. Om dit te bereiken zijn consistente keuzes nodig.

De huidige verdeling van zorg vertrekt vanuit ‘de driehoek’, die de samenwerking verbeeldt tussen hulpvragers, naasten en beroepskrachten. De partijen staan daarin op afstand van elkaar. Voor het behoud van de kwaliteit van zorg is het noodzakelijk dat zij die afstand opheffen en samen deel gaan uitmaken van één gezamenlijk team. Voor alle partijen van de driehoek is een gelijktijdige beweging richting meer teamwerk gewenst.

Uit het advies Met de stroom mee” over het Zorgstelsel:

De manier waarop het zorgstelsel nu is georganiseerd, draagt er toe bij dat een groot deel van de zorg onhoudbaar is of wordt. Zo krijgen thuiswonende ouderen en mensen met ernstige psychische stoornissen niet de zorg die ze nodig hebben. Steeds meer groepen zullen volgens de raad in de toekomst niet de juiste zorg krijgen. De adviesraad stelt daarom “fundamentele veranderingen” voor om de zorg voor iedereen toegankelijk te houden.

Ad 3: Uit de bestuurlijke afspraken om de toegang tot de Wlz voor de ggz op korte termijn met 2/3 te beperken en voor de langere termijn o.a.:

“- het aanscherpen van de toegangscriteria in de Wlz, waardoor een heldere afbakening ontstaat tussen de Wmo en de Wlz die ondersteunend is aan het komen tot een betere afweging naar passende zorg en ondersteuning voor mensen met een ernstige en langdurige psychische aandoening;
– het aanscherpen van de wijze van indicatiestelling voor de ggz, zoals het meewegen van de sociale context (o.a. persoonlijke omstandigheden en mogelijkheden voor het inzetten van het eigen sociale netwerk);
– het aanpassen van de voorliggendheid van de Wlz in relatie tot de Wmo (ook breder dan alleen voor de groepen waarover het hier gaat
.”

Ad 4: Wat zijn de gevolgen als we de sociale context meenemen bij de indicatie voor Wlz-zorg?

Wlz als laatste mogelijkheid. Als passende zorg en ondersteuning in andere domeinen goed tot stand kan komen, moet dat mogelijk zijn en bij voorkeur gestimuleerd worden.

Onderzoeken hoe we het stelsel(financieel en administratief) kunnen vereenvoudigen. Uitgangspunt moet zijn dat het systeem zo is ingericht dat er meer tijd en middelen overblijven ten behoeve van de zorg aan cliënten.

Ad 5: Er wordt onderzoek gedaan naar de houdbaarheid van de Wmo! De VNG geeft echter aan geen extra zorgtaken, zoals onderdelen van de Wlz, op zich te willen nemen zolang er geen financiële stabiliteit is. Het beperken van de Wlz instroom via financiële prikkels in de Wmo is volgens de VNG geen realistische oplossing.

Aad de Groot van DSW zei naar aanleiding van de premieverhoging voor ziektekosten “We moeten niet steeds roepen dat we het met minder moeten doen, we moeten de omstandigheden creëren waardoor mensen minder vaak een beroep op de zorg hoeven te doen

Programma

Inloop vanaf 10 uur

10:30-10:45 uur Opening /welkom/ programma/thema Terugblik & toekomst RPSW
10:45-11:15 uur 1e plenaire bijdrage door Theo van Uum (VGN)
11:15-11:45 uur 2e plenaire bijdrage door Theo Maas (Iederin, ZonMw)
11:45-12:30 uur Panel onder leiding van Marleen van Eijndhoven. Deelnemers: Theo Maas. Juliette van Gent(VWS),
Brigitte Nitsche(Per Saldo) en Ellen van Sprang-Helmig(RPSW)
12:30-13:15 uur Lunch
13:15-14:00 uur Workshops 1e ronde
14:00-14:15 uur Pauze/wissel
14:15-15:00 uur Workshops 2e ronde
15:00-15:45 uur Drankje en een hapje ter afsluiting

Toelichting programma
Het congres is toegankelijk voor onze leden (met hun teamleider/-coördinator) en genodigden.

In het ochtendprogramma komen de grote lijnen en een aantal mogelijke denkrichtingen aan de orde en ‘s middag willen wij in workshops verder met u uitdiepen wat dat in de praktijk zou kunnen betekenen.

Sprekers:
Theo van Uum is directeur van de Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland, de brancheorganisatie met 180 lid-organisaties die professionele ondersteuning bieden aan mensen met een beperking. Daarvoor werkte hij jarenlang op het ministerie van VWS, onder andere als directeur Langdurige Zorg (ouderenzorg en gehandicaptenzorg). Hij was in het verleden lid van het landelijk bestuur van de BOSK (de vereniging voor mensen met een lichamelijke beperking) en bestuurslid van een ouderinitiatief.

Theo Maas is bestuurssecretaris voor de belangenorganisatie Ieder(in) en werkt mee aan een internationaal inclusieproject in een zestal Afrikaanse landen. Daarnaast is hij voor ZonMw commissie voorzitter van het programma ‘Gewoon Bijzonder’ dat zich in opdracht van VWS richt op de kwaliteit van bestaan van mensen met een (verstandelijke) beperking in de samenleving.
Tot 2022 was hij 12 jaar wethouder sociaal domein in Someren. Daarvoor heeft hij 30 jaar in ‘de gehandicaptenzorg’ gewerkt in diverse functies van verpleegkundige tot aan hoofd communicatie.

Workshops
Er zijn vier workshops waarin de deelnemers o.l.v. een gespreksleider onderstaande mogelijkheden bespreken.
De workshops worden elk tweemaal gehouden.
– Professionals aanvullend op het Netwerk?
– Minder budget: hoe regel je de zorg?
– Vermindering onnodige regels binnen het ouderinitiatief: hoe doe je dat?
– Zorgtechnologie: hoe versterkt dat de kwaliteit van de zorg?

Enkele punten ter overdenking:
– Hoe houden wij de waarden van ouderinitiatieven in stand in relatie tot de economische/financiële beperkingen?
– Hoe ga je over van werken in de driehoek naar werken vanuit het netwerk?
– Wat betekent het als de begeleiding aanvullend wordt op het netwerk?
– Hoe beïnvloedt meer/andere inzet van netwerk en vrijwilligers de relatie met bewoners en team?
– Hoe bevorder je de vergroting van de zelfstandigheid van bewoners?
– Hoe zouden wij technologie meer kunnen inzetten?
– Hoe herformuleren wij de zorgbehoefte van “ik heb recht op” naar “wat is er nodig”?
– Hoe vult het leren van elkaar een deel van de zorgvraag van de bewoners in (van strikt individualisme naar meer collectief)?

Locatie
Huis van Waalre, Koningin Julianalaan 19, 5582JV Waalre

Bereikbaarheid
– via openbaar vervoer: bus 7 halte Ansbalduslaan.

– per fiets (fietsenstalling aanwezig)

– per auto: U kunt bij het Huis van Waalre beperkt gratis parkeren. (aan de voorzijde en aan de achterzijde aan de Molenvenlaan)
U kunt ook parkeren op P&R Genneperparken(toegang aan de Aalsterweg in Eindhoven) en vervolgens met bus 7 (vertrek 9.54 uur) verder reizen. De bus terug vertrekt om 15.27uur (NB de bus rijdt één keer per uur).

Copyright © 2024 Regionaal Platform de Sleutel tot Wonen